
Met de val van Baghouz (eind maart 2019) waarschuwden verschillenden internationale en humanitaire organisaties, waaronder Human Rights Watch en Artsen zonder Grenzen, dat de situatie in het vluchtelingen- en detentiekamp al-Hol onhoudbaar en explosief is. Dit door een ernstig gebrek aan voedsel, drinkwater, tenten, medische zorg en een toenemende radicalisering in de detentiecompartimenten. Ook kwam er verontrustende berichten dat er drie Belgische baby’s overleden waren. Met een team van artsen en psychologen ging orthopedisch chirurg Bart Conix in juni 2019 mee op humanitaire missie naar de detentiekampen in Noordoost-Syrië. Daar gingen ze Belgische kinderen en moeders medisch en psychologisch onderzoeken. Samen met hem blikken we terug op zijn bezoek aan de kampen.

In totaal heeft het team, verspreid over drie kampen, 41 kinderen en 14 moeders onderzocht. “We hoopten zo’n 70-tal kinderen te zien, maar was zeer moeilijk om te communiceren. De meeste vrouwen wisten niet dat we kwamen. Het was ook heel moeilijk om die te bereiken in de kampen omdat het daar zo chaotisch aan toe gaat. En anderen waren nog sterk beïnvloed door IS dat ze ons niet wouden zien.” 32 van deze kinderen waren 5 jaar of jonger.
Medische vaststellingen
“Van de drie kampen die we gezien hadden was al-Hol het ergste. Het kamp had voorzieningen voor 12.000 mensen, maar met de val van Baghouz waren daar op een paar dagen tijd ineens 75.000 mensen. Daar was het kamp helemaal niet op voorzien. In Roj en Ein Issa waren wel het aantal moeders en kinderen aanwezig waarvoor het kamp was gemaakt en daar zagen we veel minder medische problemen.” Vooral voedsel en water zijn de twee grootste humanitaire problemen in al-Hol. “Zeker de watervoorziening was beneden alle peilen en dat was ook te zien aan de medische problematiek. Alle kinderen en de meeste moeders hebben chronische diarree omdat het water besmet is.”
Maar daar stoppen de medische problemen niet bij. “70 procent van de kinderen was ondervoed. 70 procent is een enorm hoog aantal en die ondervoeding is niet de ondervoeding zoals wij ze hier voorstellen, namelijk heel magere kindjes met dikke buiken. Hier was spraken van een chronische ondervoeding of ‘stunting’, wat dwerggroei betekent. Volgens de normen van Wereld Gezondheidszorg Organisatie spreekt men van chronische ondervoeding of stunting als je zowel bij lengtegroei als qua gewicht onder de vijf percentiel zit. Het grote probleem bij chronische ondervoeding is dat als je dat eens verloren hebt, dat je dat niet meer oppikt.”
“Het moeilijke was vooral dat wij hen geen perspectief konden geven op verbetering. Wij kunnen die wonden wel vaststellen, maar wij konden daar niets doen. Wij hadden wel wat chirurgisch materiaal mee, maar je kan niet iemand opereren in een container in zo’n omstandigheden. Dan is de kans groot dat je het alleen maar erger maakt. Dus we moesten dat vaststellen en opschrijven, maar voor de rest konden we daar heel weinig aan doen. ”
We hebben daar een kind gezien met een open beenbreuk die niet behandeld was. Wonde open, bot niet aan elkaar gegroeid en dat strompelt daar dan door het zand met een open wonde…Verschrikkelijk.

Ook de zware oorlogssituatie waarin deze moeders en kinderen gezeten hebben was medisch te zien. “Bij heel veel moeders en kinderen voelde je zo de metalen stukjes van splinterbommen zo onder hun huid zitten. Van de veertig kinderen die we gezien hebben waren er vier kinderen waarvan we zeiden deze hebben acuut heelkunde nodig om hun probleem op te lossen. Ook heel veel met breuken die onvoldoende behandeld waren. We hebben daar een kind gezien met een open beenbreuk die niet behandeld was. Wonde open, bot niet aan elkaar gegroeid en dat strompelt daar dan door het zand met een open wonde… Verschrikkelijk.”
“Er was één kind, een jongetje van één jaar oud was, dat echt heel slecht was. Als dat kind niet onmiddellijk zorg kreeg, dan was het overleden. We hebben echt druk gezet bij de Koerden om dat kind uit het kamp te halen en naar een ziekenhuis te brengen. Het jongetje is uiteindelijk naar een ziekenhuis gebracht en heeft het gehaald. Als wij dat niet gezegd hadden, hadden de Koerden dat niet gemerkt en was het kind overleden.”
Mentale vaststellingen

“In al-Hol zie je de kinderen op een heel andere manier spelen dan in de andere kampen. In kampen Roj en Ein Issa zag je kinderen rondlopen en spelen op een zandberg waar ze dan van afgleden. In al-Hol was dit niet het geval. Daar bleven de kinderen zo dicht mogelijk bij hun. Je zag moeders met kinderen aan hun armen en benen hangen. Dat maakte het voor ons heel moeilijk om medische onderzoeken te doen, zoals wegen of meten. Zeker wanneer de kinderen met mij mee moesten omdat mannen vaak geconnecteerd werden met geweld. Gelukkig van Lydia, kinderarts, erbij.”
Wat ik ook deed, het jongetje wou niet van mijn schoot gaan.
“Het moment dat mij het meest is bijgebleven, was wanneer een vierjarig jongetje na afloop van zijn medisch onderzoek absoluut niet van mijn schoot wou. Ik had hem na het medisch onderzoek even op mijn schoot gezet en vastgepakt. Maar nadien wou hij niet meer loslaten. Ik heb van alles geprobeerd, maar wat ik ook deed: hij wou er niet af. Er was ook geen moeder in de buurt die hem kon overnemen. Uiteindelijk heb ik hem toch van mijn schoot gekregen, maar eens hij buiten was, probeerde hij via het raam achter mij opnieuw binnen te kruipen. Op zo’n momenten merk je wel dat de mentale impact bij deze kinderen veel dieper zit dan wij eigenlijk kunnen zien.”
Blijvende radicalisering in al-Hol

’S avonds kwamen mannelijke IS’ers aan de omheining van al-Hol verkondigen dat ze de vrouwen snel zouden komen bevrijden. Heel snel.
Dat de ideologie nog sterk aanwezig is in het al-Hol kamp is een feit. Er vinden herhaaldelijk moorden en aanslagen plaats. Vaak zijn de daders IS-vrouwen. Afgelopen zaterdag werd er zelfs een onthoofd lichaam van een Irakese vluchteling ontdekt. “Verschillende vrouwen uit het kamp vertelden ons dat mannelijke IS’ers ’s avonds aan de omheining van al-Hol kwamen verkondigen dat ze moeten blijven geloven en dat ze hen snel zullen komen bevrijden. Heel snel. Dat maakt vrouwen die het kalifaat wouden ontvluchten zeer bang.”
Repatriëring van vaders, moeders en kinderen
Niet alleen om humanitaire redenen, maar ook om veiligheidsredenen moeten we zoveel mogelijk mensen terug halen. En dat gaat voor ons over de partijgrenzen heen.
Over het terughalen van Belgische vaders, moeders en kinderen is de mening van Conix duidelijk: “Haal ze allemaal terug. Ik ben er heilig van overtuigt dat wanneer we ze hier onder controleren hebben dat we toch meer garanties kunnen geven aan dat veiligheidsaspect. Want wat daar nu aan het gebeuren is, is zeer onzeker en nog een veel gevaarlijkere situatie.”