Op 12 mei 2020 werden we ontvangen door het kabinet van de minister van buitenlandse zaken Philippe Goffin. Deze vergadering kwam er nadat onze dochters in de kampen tekstberichten ontvingen in opdracht van de Belgische regering. Telkens werden ze voor een ultimatum gesteld om binnen enkele dagen toelating te geven hun kinderen zonder hen te repatriëren. Het ging telkens om een uitzonderlijke en unieke gelegenheid om de kinderen weg te halen uit de kampen. Het idee van een plotse scheiding van hun kinderen was voor onze dochters ondraaglijk. Het leidde tot verontwaardiging en paniek en tot ontsnappingspogingen uit de kampen. Toch appreciëerden we de pogingen van de minister en wensten een overleg om een meer gepaste oplossing te bespreken voor onze kleinkinderen. Bij aanvang van de bijeenkomst moesten we onze gsm’s uitschakelen en afgeven. De kabinetsmedewerker meldde dat de minister niet kon deelnemen aan het overleg en gaf een overzicht van hun juridische, politieke en operationele realisaties en een stand van zaken met als conclusie dat we tijd hadden tot vrijdag 15 mei om onze dochters te overtuigen hun kinderen te laten weghalen. Het was te nemen of te laten; hierover werd niet gediscussieerd. We voelden ons met de rug tegen de muur gezet, zonder een minimun gehoord of gerespecteerd te zijn. Het overleg voelde als een respectloze poging ons te gebruiken om alsnog onze dochters te overtuigen. Vernederd, misnoegd en zonder enige hoop of perspectief gingen we in stilte naar buiten. Uiteindelijk gaf geen van onze dochters toelating om op deze wijze haar kinderen te laten vertrekken.
Ditmaal zouden we de minister zeggen, wat we te zeggen hebben. Een van ons las de tekst die we hadden voorbereid: “Wij zijn naar hier gekomen om u te smeken onze dochters en kleinkinderen zo snel mogelijk weg te halen uit de detentiekampen in Noordoost Syrië. Ze zitten daar reeds twee tot bijna drie jaar te wachten om naar hun land te kunnen terugkeren. Onze dochters vragen om berecht te worden en vooral om hun kinderen een goede opvoeding te bieden in plaats van ze nog langer te laten afzien voor de fouten die zij maakten. De situatie in de kampen is erger dan voorheen. De uitbraak van Corona in Noordoost Syrië en blijkbaar ook in de kampen sinds juli 2020 heeft ervoor gezorgd dat de kampen hermetisch zijn afgesloten. De voedselvoorzienig stopte, drinkwater en goederen werden niet langer aangebracht, vuilnis wordt niet meer opgehaald en de markten zijn gesloten. Enkel rijst is nog beschikbaar. Groenten, fruit, vlees… zijn niet meer betaalbaar. Onze kleinkinderen zijn ondervoed en minstens één jongen van 15 maanden is er momenteel zeer ernstig aan toe. Er wordt gevreesd voor zijn leven.
Van het Koerdische Autonome Zelfbestuur weten we dat ze elke dag 100.000 U$ moeten betalen om de detentiekampen van eten en drinken te voorzien. Het Tukse leger sluit geregeld het leidingwater naar Hasaka af, waardoor het kamp Al Hol dagenlang zonder drinkwater zit.
Geregeld zijn er opstanden in het kamp die leiden tot geweld met de Koerdische bewaking. Onze dochters en kleinkinderen zijn doodsbang. De radicalisering neemt toe aangewakkerd door IS-getrouwen. IS smokkelt meer en meer vrouwen uit de detentiekampen die de hoop op een repatriëring hebben opgegeven en een heraansluiting nog als enige uitweg zien.
Wij weten ook dat we ons geen illussies moeten maken over het terughalen van kinderen zonder moeders. Het Koerdische zelfbestuur laat geen groepen kinderen zonder moeders vertrekken uit respect voor het internationale kinderrechtenverdrag, maar ook uit humanitair respect voor onze dochters. Enkel weeskinderen en uitzonderlijk kinderen die dringende medische hulp nodig hebben kunnen worden weggehaald mits toestemming van de moeders. Dit is trouwens de reden waarom de Franse regering slechts 10 van de 300 Franse kinderen kon repatriëren in juni ll. Je kan onmogelijk een moeder vragen haar kinderen af te geven, na haar twee jaar te verplichten alles op alles te moeten zetten om ze te helpen overleven in de meest erbarmelijke omstandigheden. Ook voor de kinderen is dit onaanvaardbaar. De risico’s op ernstige psychologische gevolgen op korte en langetermijn zijn te groot en te ernstig, zoals reeds benadrukt door ongeveer 500 deskundigen (psychologen, pedagogen, kinderartsen, psychiaters, juristen… Geachte mijnheer de minister, we vragen u deze politieke spelletjes te stoppen en zoals het een minister van justitie zou betamen uw verantwoordelijkheid op te nemen in naam van mensen- en kinderrechten. Stop hiermee, alstublieft, en haal onze dochters en kleinkinderen nu terug.
Terwijl ik de tekst las, had ik het gevoel dat ik tegen mezelf praatte. De minister was bezig op zijn gsm in afwachting tot ik klaar was. Vernederd, misnoegd en zonder enige hoop of perspectief zijn we in stilte naar buiten gegaan.